SPECIAL REPORT   LOM STAVKIRKE

 

De staafkerk van Lom is een van de grootste staafkerken die in Noorwegen bewaard is gebleven. Onderzoek van het houtwerk in het oudste gedeelte van de kerk heeft aangetoond dat de kerk vermoedelijk vlak voor 1160 is gebouwd. De kerk had oorspronkelijk een rechthoekige vorm, het schip was korter dan het nu is. Van de oorspronkelijke vier hoekstaven zijn er drie nog in de kerk te zien. De wanden tussen deze staven zijn vervaardigd met de staaftechniek: een geraamte wed opgevuld met muurplanken. Onder aan de wand ligt een grote grondbalk, die zich van de ene hoekstaaf tot de andere uitstrekt. Deze vormt de basis van het geraamte en de hoekstaven vormen het uiteinde. De muurplanken zelf zijn bevestigd in een uitsparing in de grondbalk, en zijn verder in elkaar en in de hoekstaven vastgemaakt. Boven aan de wand bevindt zich tussen de hoekstaven nog een lange balk, die de staafligger wordt genoemd. Deze is door middel van een uitsparing boven op de muurplanken vastgemaakt en sluit het geraamte af. Verder draagt deze balk het dak van de zijbeuk.
 
De staafkerk van Lom heeft een opgehoogd middengedeelte. Het hoge dak in het midden van het schip wordt gedragen door een rij staven in de kerk. Deze staven bestaan uit één stuk, helemaal vanaf de vloer tot aan het dak. Waarschijnlijk zijn de twee verstevigende horizontale bintbalken en de andreaskruisen pas geconstrueerd nadat de kerk al klaar was.
 
Al snel werden er nog meer elementen aan de kerk toegevoegd: een buitengalerij die om de kerk heen liep, het middeleeuwse houtsnijwerk van de portalen, dat nog steeds te zien is. En tenslotte de cirkelvormige apsis die het koor aan de oostkant afsluit.
 
De enige ramen in de oorspronkelijke staafkerk waren de kleine ronde openingen ("ossenogen") vlak onder het dak. De uit hout gesneden drakenkoppen op de geveltoppen hebben al vanaf het begin de kerk haar karakteristieke uiterlijk gegeven. De bovenste drakenkop aan de oostkant van de kerk en de nokbalk boven het koor zijn kopieën van de oorspronkelijke versieringen uit de Middeleeuwen. De originele, volstrekt unieke, exemplaren kunnen worden bezichtigd op de tentoonstelling "De Staafkerk van Lom -1000 jaar"
 
In de Middeleeuwen werd de staafkerk van Lom druk bezocht. De mensen uit het dorp deelden de kerk met de pelgrims die Lom aandeden op hun reizen naar Nidaros in Trondheim. De Zwarte Dood maakte in 1349 een abrupt einde aan deze drukke middeleeuwse activiteiten. Daarna volgde een periode van bijna 300 jaar, dat gekenmerkt werd door verval en gebrek aan zowel menselijke als financiële middelen.
 
In 1537 bereikte de Reformatie Noorwegen en in 1608 werd de staafkerk van Lom omgebouwd: van een Katholieke kerk werd het een Lutherse kerk. In het koor werd een plafond aangebracht met schilderingen. In het midden is de doop van Jezus te zien, daaromheen symbolen voor de vier evangelisten, evenals bladeren en bloemen.
 
In de loop van de 17e eeuw nam de bevolking van Lom toe. Door de lange Lutherse kerkdiensten groeide de behoefte aan kerkbanken. Tot die tijd stond men in de kerk. In 1634 werd aan de westzijde een uitbouw gerealiseerd, waarbij gebruik gemaakt werd van loefverbindingen. Aan deze uitbouw werd later ook een kleine galerij gebouwd. In 1663 werd de kerk nogmaals uitgebreid door middel van een rigoureuze verbouwing en kreeg de grote toren met hoge torenspit en vier kleine torentjes eromheen. De kerk kreeg ongeveer het uiterlijk dat ze vandaag de dag nog heeft.
 
Na de Reformatie werd veel van het katholieke interieur uit de kerk verwijderd. Gedurende de eerste jaren na de verbouwing ontving de kerk van Lom vele geschenken van de gemeenteleden. Zoals de kroonluchter, het altaarstuk en de preekstoel.
 
In de kerk hangt een oude dorpsvlag, die vermoedelijk uit de zeventiende eeuw stamt. Het motief op de vlag laat zien hoe men in Lom gedurende honderden jaren de akkers met de hand heeft bevloeid. Lom ligt in een van de droogste gebieden van Noorwegen. Nog steeds wordt er door lange waterlopen water uit de bergen naar het dorp aangevoerd.
 
In de loop van de achttiende eeuw werd de acanthusbarok steeds populairder in Noorwegen. In 1793 kreeg de preekstoel en de hemel erboven nieuw houtsnijwerk met acanthusmotieven, over de geverfde vlakken heen. Ook kwam er een nieuwe houten boog boven het koor. In 1907 kreeg de staafkerk van Lom een orgel cadeau van naar Amerika geëmigreerde dorpsgenoten.

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

 

TERUG

 

         

 

TOP