Toen de Uvdal Staafkerk
werd voltooid in 1168 had het een schip dat 5 meter breed was en 6 meter lang. Het schip
is het enige deel dat overgebleven is van de oorspronkelijke kerk. Het is waarschijnlijk dat
de kerk uitgebreid werd vóór 1350, toen het land geteisterd werd
door de Zwarte Dood. Rond 1760 werd de kerk aan de buitenkant
bekleed met planken. De laatste wijziging vond plaats in 1819
wanneer een nieuwe sacristie werd toegevoegd aan de noordzijde van
het schip en koor. Hier kon de priester zich voorbereiden op de
mis en was de biechtstoel geplaatst.
De kerk is zeer rijk aan
decor en zijn absoluut unieke schilderingen en houtsnijwerk. De originele decoratieve
schilderijen zijn nog steeds zichtbaar op de muren en plafonds, en het meeste van het
interieur uit 1600 en 1700 is bewaard gebleven.
Bij opgravingen
in de kerk in 1978 gaf het gebouw stukje bij beetje nieuwe
informatie prijs.
Skeletten en delen van
dooskisten werden onder de vloer gevonden.
In andere delen van het land was het
gebruikelijk om de doden in een kist te begraven op de
begraafplaats of onder de kerkvloer. Onder
de vloeren van deze kerk in Uvdal waren opvallend veel graven zonder een
doodskist. Na
de grootte van graven moeten veel van de doden onder de vloeren kinderen zijn geweest. Het
is mogelijk dat dit doodgeboren kinderen waren, zodat zij zo toch
een christelijke begrafenis hadden. Soortgelijke praktijken zijn
bekend uit vele delen van het land, en heeft vermoedelijk
plaatsgevonden omdat de kerk geen bepalingen heeft gehad met
betrekking tot de begrafenis van doodgeboren en dus ongedoopte
kinderen.
|